
Vanaf 2027 worden zakelijke brandstofauto’s in Nederland zwaarder belast. Werkgevers die hun personeel voorzien van een auto met verbrandingsmotor, zoals benzine- of dieselauto’s, krijgen te maken met een nieuwe eindheffing. Deze maatregel is onderdeel van het klimaatpakket van het kabinet en heeft als doel het stimuleren van elektrisch rijden.
Wat houdt de eindheffing in?
De eindheffing geldt voor nieuwe zakelijke auto’s met een verbrandingsmotor die vanaf 1 januari 2027 op naam worden gezet. Werkgevers moeten dan een extra heffing betalen van 52% over 22% van de cataloguswaarde van de auto. Voor een auto van €40.000 betekent dit een jaarlijkse extra belasting van €4.576. Deze kosten mogen niet worden doorberekend aan de werknemer.
De heffing is van toepassing op auto’s die ook privé worden gebruikt (meer dan 500 km per jaar). Bestelauto’s die uitsluitend zakelijk worden gebruikt en zzp’ers met een eenmanszaak zijn uitgezonderd van deze regeling.
Waarom deze maatregel?
Het kabinet wil met deze maatregel de transitie naar elektrisch rijden versnellen. Door zakelijke brandstofauto’s zwaarder te belasten, wordt het aantrekkelijker voor werkgevers om te kiezen voor elektrische voertuigen. Dit draagt bij aan het behalen van de klimaatdoelstellingen en zorgt ervoor dat er meer elektrische auto’s beschikbaar komen op de tweedehandsmarkt, wat ook particulieren ten goede komt.
Wat betekent dit voor werkgevers?
Werkgevers doen er verstandig aan om hun wagenparkbeleid tijdig te herzien. Het overstappen op elektrische voertuigen kan niet alleen fiscale voordelen opleveren, maar ook bijdragen aan een duurzaam imago. Daarnaast kunnen de operationele kosten van elektrische auto’s lager zijn, wat op lange termijn financieel voordelig kan zijn.